Al 20 jaar zet Hilde Dewitte zich bij Contempo in voor mensen die hun partner verliezen. Door lotgenoten met elkaar te verbinden, kunnen ze het verdriet onder woorden brengen. Wij gaan met Hilde in gesprek over het rouwen bij ouderen en over het proces en de uitdagingen die ermee gepaard gaan.

Processie van Echternach

Hilde, na 20 jaar heb je ongetwijfeld al heel veel rouwverhalen gehoord. Merk je verschil in ieders rouwproces? Of zijn er wel overeenkomsten?

Hilde Dewitte: “De verschillende stadia van rouw zijn bekend, in vijf stappen ga je van ontkenning naar aanvaarding. Maar dat is natuurlijk een al te simplistische voorstelling van het rouwproces. Rouwen is namelijk een bijzonder individueel proces. Dat betekent dat lang niet iedereen de verschillende fases in dezelfde volgorde doorloopt of op dezelfde manier beleeft.”

“In een van zijn boeken, beschrijft rouwspecialist en klinisch psycholoog Manu Keirse het verwerkingsproces als een processie van Echternach. En dat klopt volgens mij. Rouwen, dat is inderdaad drie stappen vooruit zetten, om er daarna weer twee achteruit te zetten.”

Het rouwproces is dus bijzonder onvoorspelbaar?

Hilde Dewitte: “Inderdaad. Er zullen periodes zijn waarin je denkt: ‘Ik heb het onder controle, ik kan opnieuw vooruit met mijn leven.’ Maar er moet maar iets kleins gebeuren, zoals een liedje op de radio of post gericht aan je partner, dat je aan je je geliefde doen denken, of je wereld stort opnieuw in. Dan moet je jezelf weer samenrapen en opnieuw beginnen.”

“Het is heel normaal dat het verdriet na een jaar nog intenser is dan voorheen”

Hilde Dewitte, Contempo

“Mensen beseffen niet hoeveel tijd het rouwproces vraagt. Als het een jaar na het overlijden amper beter gaat, denken ze vaak dat ze een probleem hebben of abnormaal zijn. Dat is echt een misvatting. Het is heel normaal dat het verdriet na een jaar nog intenser is dan voorheen.”

Welke zaken beïnvloeden het rouwproces?

Hilde Dewitte: “Dat gaat om allerlei zaken, te beginnen met de omstandigheden van het overlijden. Gaat het om een plots en onverwachts overlijden? Is er sprake van zelfmoord? Was er een mogelijkheid om afscheid te nemen? Ook je sociale context speelt een rol. Heb je kinderen? Zijn er sterke familiebanden? Ben je actief in een vereniging? En ook je omgeving is van belang, rouwen is anders in de stad dan op het platteland.

Hoe biedt Contempo ondersteuning voor personen die hun partner verliezen?

Hilde Dewitte: “In feite is Contempo een socio-culturele vereniging. We hebben afdelingen over heel Vlaanderen, waar we lotgenoten samenbrengen. Die afdelingen organiseren ontmoetingsmomenten, maar ook vormingsmomenten, culturele uitstappen of wandelingen. En soms drinken we gewoon samen een pintje, dat kan ook. Die activiteiten hebben veelal maatschappelijke activering als doel. We willen het isolement doorbreken.

“Daarnaast organiseert Contempo rouwzorggroepen. Gedurende een achttal weken werken we dan met een vaste groep deelnemers rond thematieken die te maken hebben met het rouwproces. Tijdens dat traject geven we de deelnemers kennis mee over het rouwproces. En geven we hen handvaten om hun rouwproces actief verder te zetten. Want rouwen, dat is hard werken. We gaan in op wat rouw is, maar ook op hoe je om kunt gaan met de eenzaamheid. Ook zelfzorg, assertiviteit en het gemis aan intimiteit komen aan bod.

Waarom zetten jullie in op lotgenotencontact?

Hilde Dewitte: “Dat is echt de kern van onze werking. Dat lotgenotencontact is ontzettend belangrijk omdat mensen op die manier herkenning vinden. Veel mensen die in rouw zijn, denken dat ze gek aan het worden zijn. Ze herkennen zichzelf niet en weten niet wat er met hen aan de hand is. Maar als je je gevoelens en ervaringen deelt met anderen die hetzelfde meemaken, dan besef je dat wat je doormaakt normaal is.”

“Veel mensen die in rouw zijn, denken dat ze gek aan het worden zijn. Maar als je je gevoelens en ervaringen deelt met anderen die hetzelfde meemaken, dan besef je dat wat je doormaakt normaal is.”

Hilde Dewitte, Contempo

“Tijdens de ontmoetings- of vormingsmomenten gaat het vaak over thema’s die niets met rouw te maken hebben, maar op een bepaald moment zal er wel iemand zijn die zegt ‘Toen mijn man nog leefde,’ of ‘Na het overlijden van mijn vrouw.’ Dan merk je weer dat het verlies van een partner de rode draad blijft doorheen onze werking. Dat is anders dan bij andere verenigingen.”

Gedeelde smart is halve smart

Onderschatten we de impact van het overlijden van een partner?

Hilde Dewitte: “Wat vooral onderschat wordt, is de impact op je identiteit. Door het verlies van je partner, verlies je ook een deel van je identiteit. Op een bepaald moment in je leven, heb je heel bewust de keuze gemaakt om samen met je partner door het leven te gaan. Je slaat een bepaalde weg in en beslist samen welke richting jullie leven neemt. Plots is er niemand meer in diezelfde mate bij jou betrokken. Er is niemand waarmee je kan afstemmen. Zeker bij ouderen, die al een aantal verlieservaringen meemaakten, verloopt het rouwen vaak moeilijk.”

“Er komt dan een immense opdracht op je af. Je moet niet alleen de praktische zaken regelen, zoals de begrafenis en het nalatenschap. Je moet ook een manier vinden om je verdriet te verwerken en te overleven. En daarbovenop moet je jezelf ook nog eens leren hoe je in het leven kan staan zonder je partner. Je moet jezelf als het ware opnieuw uitvinden.”

“Door het verlies van je partner, verlies je ook een deel van je identiteit. Je moet jezelf als het ware opnieuw uitvinden.”

Hilde Dewitte, Contempo

Verschilt het rouwen bij ouderen en jongere generaties?

Hilde Dewitte: “Ik denk dat het rouwproces op zich niet echt anders verloopt. Het is vooral de context die helemaal anders is. Door de band genomen heeft een jongere persoon een job waar hij verwacht wordt, kinderen waarvoor gezorgd moet worden en sterke sociale banden. Het verlies van een partner is voor hen zwaar, niet in het minst op praktisch vlak. Vaak is er amper tijd om te rouwen. Ze moeten voortdurend blijven doorgaan en stellen hun rouwproces als het ware uit.”

“Met het ouder worden kun je veel minder terugvallen op die structuur en ‘afleiding’. Daardoor is de impact van het verlies van een partner enorm bij ouderen. Nog meer dan bij jongere personen werkt dat door in de meest kleine dingen. Ook de ouder-kindrelatie verandert vaak als je als oudere je partner verliest. Je kinderen gaan je meer bemoederen, waardoor je een stuk je trots en je zelfstandigheid verliest. Daarbovenop merk ik dat de veerkracht van jongere generaties toch nog een stukje groter is dan die van ouderen. Als je wat ouder wordt, kost het meer energie om die zware klap te boven te komen.”

“Met het ouder worden kun je veel minder terugvallen op structuren, zoals een job. Daardoor is de impact van het verlies van een partner enorm bij ouderen.”

Hilde Dewitte, Contempo

Hoe kunnen we de veerkracht bij ouderen versterken?

Hilde Dewitte: “Bij Contempo doen we dat door mensen samen te brengen, we verbinden lotgenoten met elkaar. Verdriet isoleert. Als je echt verdrietig bent, dan ga je de telefoon niet opnemen, laat staan naar buiten gaan. Dan wil je gewoon in je dekentje kruipen. Je wilt bovendien niemand belasten met jouw verdriet. Je zal misschien zelfs proberen verstoppen hoe het echt met je gaat. Bij lotgenoten is het vaak makkelijker om je verdriet onder woorden te brengen. Omdat lotgenoten hetzelfde meegemaakt hebben, hebben ze vaak maar een half woord nodig om elkaar te kunnen verstaan.”

“Het is een cliché, maar je weet pas wat het is als je het zelf hebt meegemaakt. Die verbinding helpt in de eerste plaats om je eigen situatie te relativeren. Als je voortdurend in je eigen hoofd zit, zie je uiteindelijk enkel nog je eigen verdriet. Door naar andere mensen hun verhaal te luisteren, zie je dat ook anderen het lastig hebben en op sommige vlakken misschien zelfs lastiger. Daarbovenop motiveert en engageert die verbinding ook. Iedereen doet een beroep op elkaars dienstbaarheid. Op die manier kun je opnieuw iets betekenen voor iemand anders. ‘Geelde smart is halve smart’ is dus helemaal waar in dit geval.”

En wat kan de directe omgeving betekenen?

Hilde Dewitte: “Ik denk dat de waarde van een babbeltje niet onderschat mag worden. Iemand die eens komt aanbellen om te vragen hoe het gaat en echt naar jou luistert, is onmisbaar. Of iemand die je eens uit huis weghaalt. Dat hoeft niet veel te zijn, al is het maar een keer in de week samen sporten of een wandeling maken. En ook kleine, op het eerste zicht onbeduidende contacten, zijn ontzettend belangrijk. Sommige mensen gaan elke dag om een boodschap zodat ze toch eens iemand zien. Dat contact met de kassierster is voor hen heel betekenisvol.”

“Door naar andere mensen hun verhaal te luisteren, zie je dat ook anderen het lastig hebben en op sommige vlakken misschien zelfs lastiger.”

Hilde Dewitte, Contempo

Denk je dat mensen beseffen welke betekenis zij kunnen hebben voor iemand die een dierbare verliest?

Hilde Dewitte: “Nee, dat denk ik niet. Veel mensen die iemand verliezen, geven dat zelf ook aan. Pas dan beseffen ze wat ze hadden kunnen betekenen voor iemand in hun omgeving die eerder al iemand verloor. Kort na het overlijden, kun je vaak op heel veel steun rekenen. Dan staat de wereld rondom jou even stil. Maar na een tijdje gaat de wereld terug draaien, behalve bij jou. De aandacht voor je verdriet valt weg. Mensen bedoelen het niet slecht, maar ze weten niet wat ze moeten doen en doen dan maar niets. Soms wordt het overlijden zelfs genegeerd en doodgezwegen. Of ze zeggen: ‘We gaan dan nog wel eens afspreken,’ maar dat komt er nooit van.”

“Ik geef altijd als tip mee om er meteen je agenda bij te nemen. Maar dat vraagt moed, die moed heb je vaak nog niet in het begin van je verwerkingsproces. Als je minder en minder terecht kunt bij vrienden en familie om nog eens je verhaal te vertellen, dan is het belang van lotgenoten echt niet te onderschatten. Maar ook zij kunnen de hulp enkel maar aanreiken natuurlijk, het is aan de persoon zelf om die aan te nemen.”

Steun aanvaarden is niet altijd gemakkelijk?

Hilde Dewitte: “Nee, zeker niet. Mensen moeten in de eerste plaats de kansen zien. In het begin gaat dat niet, omdat het verdriet nog te overweldigend is, maar na verloop van tijd zie je die mogelijkheden wat meer helder. De volgende stap is dan de hulp aanvaarden. Onze Contempo-afdeling in Kortrijk koos heel bewust voor de naam ‘De reikende hand’. Het idee is dat wij de hand aanreiken, maar dat je hem zelf moet aannemen.”

Een weg vooruit

Denk je dat de maatschappij anders omgaat met het verlies van een partner op jongere of latere leeftijd?

Hilde Dewitte: “Absoluut. Het verdriet en het rouwen van ouderen wordt door de maatschappij veel minder erkend. ‘Het is de gang van het leven,’ zegt men. En daarmee is de kous af. Eens de gemiddelde levensverwachting overschreden is, moet je vooral dankbaar zijn voor de vele jaren. Er wordt weinig ruimte gemaakt voor verdriet. Alsof je het overlijden van je levensgezel zomaar moet kunnen aanvaarden.

“Ik merk dat ouderen die maatschappelijke blik internaliseren. Ze durven amper hun verdriet tonen. Zo herinner ik mij een vrouw van 84 die een tijd geleden deelnam aan een ontmoetingsmoment van Contempo. Na de sessie liet ze mij weten dat ze niet meer terug zou komen. Ze voelde zich schuldig tegenover de jongere mensen in de groep. In vergelijking met hen mocht ze immers niet klagen, ze had zoveel meer jaren samen met haar man gekregen. Haar verdriet was nochtans niet minder dan dat van een ander. Alsof je je als oudere zou moeten schamen voor je verdriet.

“Eens de gemiddelde levensverwachting overschreden is, moet je vooral dankbaar zijn voor de vele jaren. Er wordt weinig ruimte gemaakt voor je verdriet, alsof je je ervoor moet schamen als oudere.”

Hilde Dewitte, Contempo

Hoe vinden ouderen terug een weg vooruit na het verlies?

Hilde Dewitte: “Het belangrijkste is de dagen leren nemen zoals ze komen. In het begin mag je vooral niet te ver vooruitkijken, dat is vaak te overweldigend en je wordt wanhopig. Je bekijkt het beter van dag tot dag en na verloop van tijd kun je je doel wat verder stellen.”

“Opnieuw perspectief vinden is geen gemakkelijk opdracht. Als oudere heb je nu eenmaal meer geschiedenis dan toekomst. Een grote angst bij veel ouderen is wie er voor hen gaat zorgen als zij zelf ziek worden. Veel ouderen zijn ook op zoek naar zin in hun leven. De vraag ‘Wat loop ik hier nog te doen?’ spookt door hun hoofd. De tijd die hen nog rest, willen ze zinvol invullen. Soms vinden ze die zinvolheid in het contact met lotgenoten die hun situatie herkennen. Of ze proberen een verschil te maken als vrijwilliger.”

Lukt het uiteindelijk bij iedereen om het verlies een plek te geven in het leven?

Hilde Dewitte: “Niet bij iedereen, nee. Maar vanuit mijn ervaring weet ik dat de meeste mensen op een gezonde manier door hun rouwproces raken. Slechts een kleine minderheid komt in een pathologisch rouwproces terecht, wat vaak het gevolg is van meerdere nevenaspecten die een problematiserende invloed hebben. De meeste mensen vinden uiteindelijk een manier om met het verlies om te gaan.”

“Ik merk dat ik die boodschap ook telkens moet benadrukken bij personen die ik ontmoet bij Contempo. Voor hen is dat hoopgevend. Daarom kiezen we er ook voor om te werken met ervaringsdeskundigen. Alle mensen die bij Contempo actief zijn, hebben zelf hun partner verloren. Zij tonen dat er licht is aan het einde van de tunnel, ook al kan je het zelf nog niet zien. Pas op, het is niet vanzelfsprekend om aan de slag te gaan bij ons als vrijwilliger. Je wordt immers telkens opnieuw met je eigen verdriet geconfronteerd. Het vergt een grote kracht om telkens opnieuw met dat verdriet om te gaan.”

Mogen we concluderen dat rouwen niet vanzelfsprekend, maar een echt leerproces is?

Hilde Dewitte: “Dat is zo. Rouwen maakt geen deel uit van onze maatschappij, en zeker niet bij ouderen. Rouwenden worden niet gehoord, maar hebben zelf ook niet de kracht om naar buiten te komen met hun verdriet. Daardoor wordt de kennis over rouw amper verspreid en voelen we de noden van rouwenden niet spontaan aan. Inzetten op sensibilisering is dan ook ontzettend belangrijk. Als we het verdriet blijven wegstoppen, dan kunnen we als maatschappij niet leren hoe we ermee moeten omgaan.”

Lees ook ons interview met Marie-Ange (73). Zij vertelt over haar rouwproces en over de steun die zij krijgt vanuit Contempo.