Sommige ouderen blijven het liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis wonen, andere trekken in bij de kinderen. Sommige verhuizen naar een woonzorgcentrum, andere kiezen voor een assistentiewoning. En Angele (92)? Zij woont samen met zeven vrienden en vriendinnen in cohousingproject Villa de Proost. “Ik woonde alleen in een groot huis. Mijn kinderen kwamen af en toe langs en ik had poetshulp, maar verder zag ik niemand. Dankzij cohousing ben ik niet meer eenzaam.” 

Cohousing om eenzaamheid tegen te gaan 

In cohousing Villa de Proost in Rillaar, bij Aarschot, wonen acht ouderen samen: zes alleenstaanden en één koppel. Alle bewoners zijn tussen de 84 en de 93 jaar. Anneleen Van de Velde is bestuurder van Villa de Proost, ze vertelt ons over het dagelijks leven in Villa de Proost.  

“Mijn mama en haar partner hebben deze cohousing zo’n drie jaar geleden opgestart”, vertelt Anneleen. “Als thuisverpleegster merkte ze dat er veel thuiswonende ouderen worstelen met gevoelens van eenzaamheid. Ze kijken uit naar de bezoekjes van de thuisverpleging, maar nadat ze gewassen en verzorgd zijn, zijn ze weer alleen. Veel ouderen willen niet weg uit hun woning, maar tegelijkertijd voelen ze zich erg eenzaam.”

“Veel thuiswonende ouderen kijken uit naar de bezoekjes van de thuisverpleging, maar nadat ze gewassen en verzorgd zijn, zijn ze weer alleen”

Anneleen Van de Velde, bestuurder Villa de Proost

“Mama bedacht een concept om die eenzaamheidsgevoelens tegen te gaan: een grote villa waar ouderen, net zoals studenten, kunnen samenleven met ruime, gemeenschappelijke faciliteiten. Een concept waarbij iedereen zijn steentje bijdraagt in het huishouden en elkaar zoveel als mogelijk helpt. De bewoners hebben een eigen slaapkamer en badkamer, maar de woonkamer, keuken, bureau en tuin delen ze met elkaar. In Villa de Proost vinden ze het thuisgevoel terug, maar dan samen.” 

Anneleen is bijna elke dag aanwezig in Villa de Proost om de bewoners te helpen met de organisatie. “De bewoners willen geen administratieve kopzorgen meer, dus ik zorg ervoor dat het papierwerk en alle praktische beslommeringen in orde zijn”, verklaart Anneleen. “Maar dit blijft wel een project voor en door ouderen. Een van de bewoners is aangesteld als medebestuurder. Zo garanderen we dat bewoners op elk vlak inspraak hebben. Dat is dan ook mijn voornaamste tip voor anderen die een kleinschalig innovatief project opzetten: luister naar de bewoners en speel in op wat ze echt willen.” 

“Om te garanderen dat bewoners op elk vlak inspraak hebben, is een van hen aangesteld als medebestuurder”

Anneleen Van de Velde, bestuurder Villa de Proost

Cohousing is kosten delen 

Het is de bedoeling dat de ouderen die nu in Villa de Proost wonen, daar blijven tot het einde van hun leven. Alles wat zij niet meer zelf kunnen of willen doen, organiseren zij intern of op afroep, net zoals ze dat thuis zouden doen.  

“Omdat het cohousingproject niet gesubsidieerd wordt, staan de bewoners zelf in voor alle kosten. Hier wonen is dus best prijzig. Dat beseffen we, maar er is zeker geen sprake van woekerwinsten aangezien Villa de Proost ingeschreven is als stichting. Ik hoop wel dat ons concept ooit ook toegankelijk zal zijn voor ouderen met minder financiële middelen.” 

“Het is hier elke dag zondag. De bewoners worden verwend en zo hoort het. Het zijn hun laatste levensjaren, ze moeten kunnen genieten”

Anneleen Van de Velde, bestuurder Villa de Proost

“Voor bewoners die zorg nodig hebben, komt er thuisverpleging langs. Ze organiseren en bekostigen dat zelf”, knikt Anneleen. “Daarnaast worden er een aantal kosten gedeeld, zoals bijvoorbeeld het onderhoud van de villa. Er werkt ook iemand in de keuken, die de bewoners helpt bij het maken van een uitgebreid ontbijt, middagmaal en avondmaal. Het is hier elke dag zondag. De bewoners worden verwend en zo hoort het. Het zijn hun laatste levensjaren, ze moeten kunnen genieten.”  

Villa de Proost geeft de bewoners het gevoel dat ze ‘thuis’ zijn. Zij kunnen dan ook zelf kiezen wat ze willen eten, ze helpen mee in de keuken en ze doen mee boodschappen. “Als iemand iets nodig heeft, neem ik hem of haar mee naar de winkel”, vertelt Anneleen. “En samen met de bewoners organiseren we allerlei activiteiten. We turnen eenmaal in de week en soms wordt er een tuinwerkdag ingelast. De groep bewoners is gevarieerd en iedereen houdt rekening met elkaar. Die combinatie van leeftijden, karakters en beperkingen maakt deze groep erg interessant.”

Innovatie wordt niet altijd erkend 

Villa de Proost hoopt dat kleinschalige en menselijke initiatieven ruimte en bestaansrecht krijgen. Dat is nu niet evident.  

“Het woonconcept van Villa de Proost is vernieuwend. Het huidige beleid van de overheid is enkel gericht op de gekende traditionele woonzorgvormen voor ouderen zoals woonzorgcentra of assistentiewoningen. Er is geen ruimte voor kleinschalige innovatie”, zucht Anneleen. “In het verleden heeft dat voor juridische perikelen gezorgd met het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat ons cohousingproject niet wilde erkennen. Pas op, ik ben niet tegen controle door de overheid en ik begrijp zeker dat er nood is aan kwaliteitschecks. Wel is het jammer dat innovatiekansen beperkt worden doordat ze niet in de bestaande kaders passen. Wij hebben het beste voor met de bewoners, als je hier op bezoek komt merk je dat meteen.” 

In Nederland is cohousing voor ouderen zeer ingeburgerd en wettelijk verankerd. België hinkt op dat vlak achterop”

Anneleen Van de Velde, bestuurder Villa de Proost

“Het kan nochtans anders”, gaat Anneleen verder. “In Nederland is cohousing voor ouderen zeer ingeburgerd en wettelijk verankerd. Daar is een systeem uitgewerkt waarbij de overheid ruimte voor kleinschalige innovatie biedt en toch enige controle behoudt. België hinkt op dat vlak achterop. Mogelijk leidt de coronacrisis, die toch pijnpunten in het huidige ouderenzorgbeleid blootlegt, tot voortschrijdend inzicht. Momenteel is het nog koffiedik kijken”, besluit Anneleen. “We zijn voorzichtig optimistisch, maar we weten niet wat de toekomst brengt.”   

Angele (92) verhuisde van haar groot huis naar Villa de Proost  

Angele verhuisde een tijdje geleden naar Villa de Proost. Via haar kinderen en enkele bewoners die ze kende van vroeger, kwam ze in contact met het cohousingproject. Daarvoor woonde ze alleen in een grote woning.

“Mijn kinderen kwamen af en toe langs en ik had poetshulp, maar verder zag ik niemand. Verhuizen naar een woonzorgcentrum was niks voor mij. Ik vind dat je daar met te veel mensen samen woont. Cohousing in een kleine groep ligt mij veel meer. Ik krijg hier alle hulp die ik nodig heb, ik kan hier lekker eten én ik elke dag kan helpen in de keuken. Dat vind ik enorm fijn.” 

“Ik vind het belangrijk dat iedereen kan wonen op een plaats waar hij of zij zich goed voelt”

Angele, bewoner Villa de Proost

“Vroeger gingen ouderen bij hun kinderen wonen, maar ik wil dat niet. Mijn kinderen hebben een eigen leven en overdag gaan ze gaan werken. Dus ik zou daar ook elke dag alleen zitten. Hier ben ik zelden alleen in mijn kamer, want ik kan het goed vinden met de andere bewoners. We lachen veel en wandelen in de tuin, ’s avonds kijken we samen televisie en als we zin hebben drinken we een glaasje wijn. Maar cohousen is zeker niet voor iedereen weggelegd. Niet elke oudere staat ervoor open om een huis te delen met anderen. Ik vind het vooral belangrijk dat iedereen kan wonen op een plaats waar hij of zij zich goed voelt.”