Verschillende ouderen met psychiatrische zorgnoden hebben het moeilijk om gepaste ondersteuning te vinden. Ze vallen met andere woorden door de mazen van het net. Sommigen onder hen verhuizen naar het woonzorgcentrum, maar omdat er geen sprake is van grote fysieke zorgnoden of dementie zijn ze daar eigenlijk niet helemaal op hun plaats.   

Gelukkig kwam woonzorgcentrum St.-Jozef in Nieuwerkerken met een alternatief. In het kleinschalig woonproject ’t Kruidenpand wonen vijf ouderen met een psychiatrische kwetsbaarheid samen. Het gaat om ouderen voor wie het opstarten van nieuwe therapieën in een psychiatrisch ziekenhuis niet aangewezen is, maar die ook niet alleen thuis willen of kunnen blijven wonen. “De begeleiding hier is veel persoonlijker dan in het  psychiatrisch ziekenhuis”, klinkt het bij de bewoners.  

*Marie, Agnes en Bart zijn schuilnamen. 

’t Kruidenpand biedt ondersteuning in het dagelijks leven

Het kleinschalig woonproject ’t Kruidenpand heeft geen leeftijdsgrens, maar is in eerste instantie wel gericht op ouderen. “De bewoners zijn vaak 60-plussers met psychische problemen. Ze hebben geen nood aan de continue en bijzonder nauwe begeleiding die een psychiatrisch verzorgingstehuis biedt, maar hebben wel nood aan een zekere ondersteuning in hun dagelijks leven”, vertelt Claudia Marcoen, coördinator van ’t Kruidenpand. “Zolang een oudere zelfstandig genoeg is, de psychiatrische problematiek gestabiliseerd is en het klikt met de andere bewoners, kan hij of zij in ’t Kruidenpand terecht. We gaan niemand uitsluiten omwille van zijn of haar psychische achtergrond.” 

Omdat de bewoners samenwonen, vaak voor een lange periode, worden ze als familie voor elkaar. De meeste bewoners wonen tussen de zes maanden en de acht jaar in het huis. Daardoor kunnen ze ook met de twee begeleiders een intense band ontwikkelen. “De begeleiders zorgen ervoor dat de bewoners van ’t Kruidenpand zelfstandig kunnen wonen”, legt Marcoen uit. “Ze ondersteunen de ouderen bij het bereiden van een maaltijd of het kuisen van het huis. Veel ouderen hebben voordien in een psychiatrisch ziekenhuis gewoond waar alles hen uit handen genomen werd, en ze moeten weer vertrouwd raken met alledaagse taken.” 

“De begeleiders zorgen ervoor dat de bewoners zelfstandig kunnen wonen. Ze ondersteunen hen bij het bereiden van een maaltijd of het kuisen van het huis”

Claudia Marcoen, coördinator van ’t Kruidenpand

Dankzij de maandelijkse bewonersraden, krijgen de bewoners zelf ook inspraak in hun dagelijkse activiteiten en de zorg en ondersteuning die ze krijgen. “Eenmaal per maand zitten de twee begeleiders en de bewoners samen rond de tafel”, legt Marcoen uit. “Dan stellen ze een takenlijst op: Wie doet er de afwas? Wie kookt er? Wie is er verantwoordelijk voor de vuilbakken? Ze vragen de bewoners ook hoe ze zich voelen, en wat er volgens hen anders of beter moet.” 

Vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum 

Omdat ’t Kruidenpand deel uitmaakt van een woonzorgcentrum, worden de bewoners ervan ook betrokken bij de werking van dat woonzorgcentrum. “De vijf ouderen die in ’t Kruidenpand wonen, krijgen de kans om deel te nemen aan activiteiten die georganiseerd worden in ons woonzorgcentrum”, knikt Marcoen. “Zo gaan we een paar keer per maand met de bewoners van het woonzorgcentrum naar het verwenzorgcentrum van de vzw. Enkele ouderen uit ’t Kruidenpand gaan dan graag mee.” 

“Vrijwilligerswerk geeft de bewoners een doel, dagstructuur en sociaal contact”

Claudia Marcoen, coördinator van ’t Kruidenpand

Andere ouderen uit ’t Kruidenpand doen vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum. “Sommige bewoners helpen met het klaarzetten van het ontbijt of de koffietafel in het woonzorgcentrum”, bevestigt Marcoen. “Dat vrijwilligerswerk geeft hen een doel en een dagstructuur. Ook het sociaal contact met de bewoners van het woonzorgcentrum en het gevoel dat ze iets kunnen betekenen voor hen, doet hen goed.” 

Expertise stelt gerust

Het woonzorgcentrum staat open voor ouderen met een psychiatrische achtergrond en de nodige expertise en competenties zijn aanwezig om in te kunnen spelen op de noden van die doelgroep. Daardoor kunnen bewoners van ’t Kruidenpand die na verloop van tijd een grotere zorgnood hebben, probleemloos verhuizen naar het woonzorgcentrum.

“Dat er een band is tussen de bewoners van het woonzorgcentrum en de bewoners van ’t Kruidenpand, stelt de ouderen die verhuizen ook gerust”, vertelt Marcoen. “Sommige bewoners van ’t Kruidenpand gaan na een tijdje weer thuis wonen. Vanuit ‘t Kruidenpand voorzien we dan de nodige ondersteuning om die overgang soepel te laten verlopen. Zo proberen we vooraleer ze verhuizen bijvoorbeeld in te schatten of de thuissituatie voldoende veilig is.” 

’t Kruidenpand is een uniek initiatief

’t Kruidenpand is een uniek initiatief in Vlaanderen. Of er nood is aan meer kleinschalige woonzorgalternatieven? “Het grote voordeel van ’t Kruidenpand is dat het initiatief gelinkt is aan een woonzorgcentrum”, legt Marcoen uit. “Een project als ’t Kruidenpand dat nergens bij hoort, zou volgens mij nooit overeind blijven. In het begin dat het project was opgestart, konden we rekenen op subsidies vanuit de federale overheid (via Protocol III). Die financiering is nu al een tijdje weggevallen, waardoor dit initiatief enkel kan blijven bestaan met werkingsmiddelen van de overkoepelende vzw. Ik vind het jammer dat ons kleinschalig woonzorgalternatief zo geen erkenning krijgt.” 

Bewoners van ’t Kruidenpand aan het woord

Of de bewoners van ’t Kruidenpand er graag wonen? “We kunnen doen en laten wat we willen, en tegelijk komen we niks tekort”, klinkt het unaniem. De meeste bewoners woonden daarvoor in een psychiatrisch ziekenhuis. “Maar de begeleiding hier is veel persoonlijker dan in het ziekenhuis”, vertellen de bewoners. “Omdat het kleinschalig is, kunnen de begeleiders je individueel coachen. Bovendien is het hier een pak rustiger.” 

De begeleiding hier is veel persoonlijker dan in het psychiatrisch ziekenhuis. Begeleiders kunnen je hier je individueel coachen en het is hier een pak rustiger” 

Bewoners van ’t Kruidenpand

Marie* woont nog maar een maand in ’t Kruidenpand en Agnes* woont er bijvoorbeeld al vijf jaar. Alle vijf de bewoners hebben een goede band. “We koken geregeld, soms doen we een terrasje en op andere momenten spelen we samen een gezelschapsspelletje”, vertelt Marie. “De begeleiders laten ons meestal de activiteiten kiezen.” Of ze vaak alleen op hun kamer zitten? “Ik wel”, vertelt Bart*. “Maar de meeste andere bewoners niet. Eigenlijk is het niet de bedoeling dat je veel tijd spendeert op je kamer. We zijn één grote familie en proberen dus zoveel mogelijk samen te doen.” 

Naast de begeleiding die ze krijgen van ’t Kruidenpand zelf, zijn er ook bewoners die nog externe ondersteuning krijgen. “Omdat ik nog geen 65 ben, kan ik rekenen op  hulp van Reling”, legt Marie uit. “Een psychiatrische thuiszorgdienst. Die therapie kan ik probleemloos combineren met de hulp die ik krijg van de begeleiders hier.” Ook het centrum geestelijke gezondheid of het psychiatrisch ziekenhuis kunnen ingeschakeld worden mochten de bewoners daar nood aan hebben.  

Weer naar huis? 

Of ze ooit nog willen verhuizen? “Weer naar huis gaan, is geen optie”, vertelt Marie. “Maar ik vind het wel moeilijk om dat te aanvaarden. Gelukkig weet ik dat ik hier in goede handen ben.”  

“Ik zou wel graag weer thuis wonen”, vertelt Bart. “Wie weet is dat in de toekomst nog mogelijk.”  

“Ik wil niet meer naar huis of naar een ziekenhuis”, vertelt Agnes. “Alleen leven is moeilijk voor mij, en in het verzorgingstehuis voelde ik mij niet goed. Ook mijn dochter zou liever hebben dat ik hier blijf. Bovendien vind ik het fijner om te zeggen dat ik in een woonzorgcentrum woon, dan dat ik in een psychiatrisch ziekenhuis verblijf. Omstaanders kijken mij nu minder vreemd aan, en hier krijg ik meer bezoek over de vloer.”