Sinds 1 juni 2021 kunnen 120 ouderen met psychische noden of (jong)dementie terecht in Roosendaelveld. Het woonzorgcentrum maakt deel uit van Zorgbedrijf Rivierenland, een samenwerking tussen de OCMW’s van Mechelen en Sint-Katelijne-Waver. Wij gingen in gesprek met Ann Desmet, directeur van Roosendaelveld, enkele weken na de opening van het woonzorgcentrum.

Geen alledaags woonzorgcentrum

Roosendaelveld is geen alledaags woonzorgcentrum. Het woonzorgcentrum bestaat namelijk uit vijftien huizen waar telkens acht mensen samenwonen. ”Woonzorgcentrum Roosendaelveld is een kleinschalige woonomgeving”, knikt directeur Ann Desmet. “Vier teams zorgen ervoor dat de bewoners in de vijftien huizen niks tekortkomen. Zo’n team bestaat uit onder andere zorgkundigen, verpleegkundigen, ergotherapeuten, woningassistenten en begeleiders wonen en leven.” 

In twee huizen wonen uitsluitend ouderen met een psychische noden. “Veel van de ouderen die in woonzorgcentrum Roosendaelveld wonen, woonden voordien in een woonzorgcentrum samen op een afdeling met ouderen met dementie”, legt Desmet uit. “Nu de ouderen met psychische noden in een apart huis wonen, vinden ze meer rust.” De bewoners zijn mensen met gestabiliseerde psychiatrische noden. Vooral mensen die te maken hebben met psychosen, angsten en depressies vinden hun weg naar het woonzorgcentrum. 

“Nu de ouderen met een psychische kwetsbaarheid in een apart huis wonen, vinden ze meer rust”

Ann Desmet, Roosendaelveld

Voor de bewoners verhuisden naar het woonzorgcentrum, vonden er gesprekken plaats met focusgroepen en Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). Het is dankzij de gesprekken die vooraf plaatsvonden, dat we beter konden inspelen op de noden van de bewoners.”  

Een alarmbandje als sleutel 

Elk huis heeft een gemeenschappelijke leefruimte waar bewoners samen kunnen eten of televisiekijken. Elke woning heeft ook een ruim terras, en in de gemeenschappelijke keuken kunnen bewoners met een medewerker of mantelzorger koken of bakken. “Bewoners kiezen niet met wie ze willen samenwonen”, vertelt Desmet. “We waken er natuurlijk wel over dat de profielen van mensen in een huis samen passen.” Iedere bewoner heeft een eigen slaapkamer en badkamer.  

De bewoners krijgen ondersteuning van het volledige zorgteam, maar kunnen ook zelf dagelijkse activiteiten ondernemen. Zo zijn er bijvoorbeeld bewoners die samen met de woningassistenten hun kamer schoonmaken. “Iedere bewoner kan ‘vrij’ rondlopen in een deel van het woonzorgcentrum. Dat zorgt ervoor dat ze niet het gevoel hebben dat ze opgesloten zitten”, vertelt Desmet. “Iedereen heeft een alarmbandje aan. Dat bandje is een sleutel waarmee bewoners toegang hebben tot hun kamer. Mocht een bewoner een ruimte betreden waar hij niet mag komen, dan gaat er een alarm af. Zo kunnen sommige bewoners zonder begeleiding de straat niet op, bijvoorbeeld.” 

De buitenwereld naar binnen halen 

Het woonzorgcentrum heeft ook een brasserie waar bewoners samen met vrienden of familieleden een lekkere maaltijd of een drankje kunnen bestellen. Maar die brasserie is er niet enkel voor bewoners, ook mensen uit de streek of toeristen kunnen in de brasserie komen lunchen en dineren. “De brasserie moet ervoor zorgen dat ook mensen uit de regio het woonzorgcentrum binnenwandelen”, legt Desmet uit. “Een woonzorgcentrum is geen instelling die onbekenden niet mogen betreden. We willen deel kunnen uitmaken van de samenleving. De buitenwereld naar binnen halen. We laten bijvoorbeeld ook kunstenaars exposeren in het woonzorgcentrum, zo krijgen we wat leven in huis.” 

“Ouderen die voor hun verhuis lid waren van een ouderenvereniging, kunnen dat lidmaatschap vanuit Roosendaelveld perfect verderzetten”

Ann Desmet, Roosendaelveld

Door de coronapandemie zijn er veel activiteiten tijdelijk stopgezet, maar Desmet hoopt dat bewoners in de toekomst ook weer actief naar buiten kunnen gaan. “Ouderen die voor hun verhuis lid waren van een ouderenvereniging, kunnen dat lidmaatschap vanuit Roosendaelveld perfect verderzetten”, knikt ze. “Het is niet omdat je verhuist naar een woonzorgcentrum, dat je leven plots stopt. Ook mensen die lid waren van een dans- of kaartclub kunnen die activiteiten gewoon blijven doen.” 

Coaching tussen medewerkers 

Een psycholoog zorgt er mee voor dat de bewoners zich goed voelen in hun huis. Daarnaast ondersteunt hij ook de andere medewerkers. “In de toekomst willen we intervisiemomenten opstarten”, vertelt Desmet. “Daarin kan er toegelicht worden hoe het zorgteam bijvoorbeeld kan omgaan met een bewoner die een psychose krijgt.” 

“Tijdens intervisiemomenten kan het zorgteam uitgelegd worden hoe ze kunnen omgaan met een bewoner die een psychose krijgt”

Ann Desmet, Roosendaelveld

Ook psychiatrisch verpleegkundigen maken deel uit van het team. “Het is de bedoeling dat alle teamleden de bewoners ondersteunen”, vertelt Desmet. “Ook de medewerkers die nog geen ervaring hebben met mensen met een psychische kwetsbaarheid. We hopen dus dat de teamleden elkaar onderling zullen coachen en zorgen voor de nodige opleiding. We werken samen met het CGG, en we willen in de toekomst ook de thuiszorg ondersteunen. Het is belangrijk om expertise met elkaar te delen.” 

Elke bewoner heeft andere kwetsbaarheden, maar iedereen heeft een specifiek zorgprofiel. “Maar de zorgbehoefte moet wel passen bij het doel van Roosendaelveld”, knikt Desmet. “Personen met enkel een fysieke zorgnood kunnen hier bijvoorbeeld niet terecht.” 

Kleinschalige woonomgeving 

Journalisten schrijven dat Roosendaelveld ‘het woonzorgcentrum van de toekomst’ is. Maar of ook directeur Ann Desmet dat zo ziet? “Wat Roosendaelveld zo bijzonder maakt, is het feit dat het hier niet aanvoelt alsof je in een woonzorgcentrum bent”, legt Desmet uit. “Roosendaelveld wil echt deel uitmaken van de samenleving. En bewoners kunnen gaan en staan waar ze willen. Ze hebben hier een gevoel van vrijheid, maar ook een gevoel van veiligheid. Als ze hulp nodig hebben, kunnen ze die krijgen.” 

“Ik hoop dat we met dit concept de beeldvorming rond ouderen en psychisch welzijn kunnen verbeteren”

Ann Desmet, Roosendaelveld

“Ik geloof er in dat een kleinschalige woonomgeving een goede zet is”, gaat Desmet verder. “Hier kunnen we echt inzetten op individuele noden. Hoewel we nog niet lang open zijn, merken we ook dat veel bewoners deze kleinschalige woonvorm rustgevend vinden. Al zijn er ook bewoners die nog moeten wennen aan deze nieuwe manier van wonen. Daarnaast hoop ik dat we met dit concept de beeldvorming rond ouderen en psychisch welzijn kunnen verbeteren. Een positieve beeldvorming kan een eerste stap zijn om ook het algemeen welzijn van de bewoners naar een hoger niveau te tillen.” 

“Maar of Roosendaelveld écht het woonzorgzorgcentrum van de toekomst is, dat durf ik niet zeggen”, lacht Desmet. “Over enkele jaren bestaan er waarschijnlijk weer nieuwe woonvormen die onze ideeën opnieuw uitdagen.”