Kopzorgen kennen heel diverse oorzaken. Ook levensvragen en vragen over zingeving kunnen het psychisch welzijn van ouderen onder druk zetten, maar daar hebben we maar weinig aandacht voor. An Haekens is hoofdgeneesheer psychiater bij de Alexianen Zorggroep, zij vertelt ons hoe ouderen met zingeving omgaan en breekt een lans voor meer nabijheid.
Kantelmomenten
Beleven ouderen zingeving anders dan jongeren?
Haekens: “Zingeving is een levenslang proces, maar we zijn er niet op elk moment bewust mee bezig. Tijdens moeilijke periodes of kantelmomenten in ons leven zijn we meer expliciet met zingeving bezig. Naarmate onze leeftijd stijgt, worden we met meer van die momenten geconfronteerd. Daardoor zijn ouderen vaak bewust met zingeving bezig. Bovendien wordt de tijd die je nog rest steeds korter. De impact daarvan mag je ook niet onderschatten. Het doet je vragen stellen, zoals ‘Wat heb ik gedaan met mijn leven?’, ‘Heb ik bereikt wat ik wilde bereiken?’, ‘Wat wil ik nog doen?’ of ‘Wat wil ik nog goedmaken?”
“Naarmate onze leeftijd stijgt, worden we met meer kantelmomenten geconfronteerd. Daardoor zijn ouderen vaak bewust met zingeving bezig.”
An Haekens, ouderenpsychiater
En de levensvragen die spelen, verschillen die bij jongere en oudere generaties?
Haekens: “De levensvragen veranderen op zich niet. Maar bij ouderen drukken verlieservaringen meer en meer een stempel op de levensvragen. Het gaat dan om verlies in al zijn facetten: verlies van een partner, van vrienden of zelfs kinderen. Maar ook om de vervaging van toekomstperspectief, het loslaten van een deel van je identiteit wanneer je op pensioen gaat, de achteruitgang van je lichaam, … Je rouwt om de zaken die niet meer mogelijk zijn.”
“De kunst is om zin te blijven vinden in kleine en alledaagse momenten. De kleinkinderen die op bezoek komen, een lekker potje koffie, een babbel met een verzorgende, muziek die je raakt, het veranderen van de seizoenen, … Sommige mensen vinden ook zingeving in de natuur of in het spirituele en het religieuze. Ze voelen zich verbonden met iets of iemand groters. En anderen vinden dan weer troost in de gedachte dat niets wat goed is, ooit verloren kan gaan.”
“De kunst is om zingeving te blijven vinden in kleine en alledaagse momenten.”
An Haekens, ouderenpsychiater
De visie op wat het leven de moeite maakt, kan die veranderen bij het ouder worden?
Haekens: “De grote thema’s blijven dezelfde. Gezondheid, familie en vrienden staan zowel voor jong als oud voorop. Maar terwijl de meeste jongeren een goede gezondheid en hechte relaties als vanzelfsprekend beschouwen, beseffen mensen met het ouder worden dat dit geen evidenties zijn. Je gaat bepaalde zaken herwaarderen en je ontdekt wat er voor jou echt toe doet. Vaak komt investeren in warme familiebanden meer dan ooit op het voorplan.”
Haekens: “Er zijn ook een aantal thema’s waar je pas bewust mee bezig bent als je ouder wordt. Zoals zelf de regie over je leven in handen hebben, iets kunnen betekenen voor anderen, iets te zeggen hebben waarnaar geluisterd wordt, verantwoordelijkheid kunnen dragen, … Die zaken zijn voor jongeren natuurlijk ook belangrijk, maar met het ouder worden zijn ze niet langer vanzelfsprekend in onze maatschappij.”
Zingeving onder druk
Speelt de manier waarop we als maatschappij kijken naar ouderen een rol in onze zingeving?
Haekens: “Absoluut. Nog steeds leeft het beeld dat ouderen vooral een zware last zijn voor de maatschappij. Alsof ze enkel een kostenpost zijn en zelf geen enkele waardevolle bijdrage meer leveren. Als je voortdurend met dat beeld geconfronteerd wordt, is het weinig verrassend dat je dat internaliseert. Je hebt het gevoel dat je er niet meer bij hoort of dat de samenleving beter af zou zijn zonder jou. Als je niet weet wat je nog kan betekenen of wat je nog kan toevoegen aan onze maatschappij, dan loeren existentiële problemen om de hoek.”
“Als je niet weet wat je nog kan betekenen of wat je nog kan toevoegen aan onze maatschappij, dan loeren existentiële problemen om de hoek.”
An Haekens, ouderenpsychiater
Zijn er nog andere redenen waardoor de zingeving van ouderen onder druk kan staan?
Haekens: “Allerlei kopzorgen kunnen de zin in het leven fnuiken. Je lichamelijke gezondheid speelt een belangrijke rol, maar ook familiale problemen of eenzaamheid kunnen ervoor zorgen dat het moeilijk is om de moed te blijven verzamelen om verder te leven. Sommige kopzorgen kunnen ertoe leiden dat ouderen niet meer tot zin komen. Hun leven zoals het nu is, dat willen ze niet meer. De laatste jaren is daar een nieuwe term voor opgedoken, levensmoeheid. “
“Ook psychiatrische aandoeningen als een depressie of een angststoornis kunnen er voor zorgen dat ouderen geen zin meer hebben in het leven. Als zo’n aandoening behandeld wordt, komt de zin om te leven gelukkig meestal wel terug. Het is dan ook heel belangrijk om bij een oudere die alle zin kwijt lijkt te zijn, goed te onderzoeken vanwaar die gevoelens komen. Er is zeker niet altijd sprake van een psychiatrisch probleem, maar als dat het geval is, dan gaat het om een ziekte die behandeld kan worden.”
Is zo’n behandeling ook bij de oudste ouderen nog een mogelijkheid?
Haekens: “Zeker en vast. In tegenstelling tot wat sommigen lijken te denken, is het helemaal niet normaal dat een negentigjarige zich lusteloos voelt en geen zin meer heeft in het leven. Als iemand aangeeft dat hij of zij zo’n gevoelens ervaart, dan moeten we te weten komen waar die gevoelens vandaan komen. Als een depressie de oorzaak is, dan moet er een behandeling opgestart worden, ongeacht hoe oud die persoon is. Zelf heb ik verschillende patiënten behandeld die de 90 al voorbij waren en goed hersteld zijn van een zware depressie.”
“In tegenstelling tot wat sommigen lijken te denken, is het helemaal niet normaal dat een negentigjarige zich lusteloos voelt en geen zin meer heeft in het leven.”
An Haekens, ouderenpsychiater
En als er geen sprake blijkt te zijn van een psychiatrische aandoening, hoe kunnen we dan omgaan met zingevingsproblemen bij ouderen?
Haekens: “Als dat niet het geval is, moet er verder gezocht worden naar de noden van die persoon. Dat betekent niet dat je altijd klaar moet staan met oplossingen, want die zijn er niet altijd. Belangrijk is dat je nabij bent en de pijn van de persoon erkent. Gezien en gehoord worden is een essentiële menselijke behoefte. We hebben iemand nodig die aandachtig luistert en die het lijden samen wil dragen, of kan helpen om het te verdragen. Dat betekent al heel veel.”
De kracht van een gesprek
Is het voor ouderen zelf altijd duidelijk met welke levensvragen ze worstelen?
Haekens: “Het is niet altijd evident om te weten waar nu precies het pijnpunt zit. Je moet als zorgverlener de juiste vragen stellen en je moet durven doorvragen. Als iemand zegt dat hij slecht slaapt bijvoorbeeld, dan hoeft daar niet per se meer achter te zitten, maar soms ligt een dieperliggende oorzaak aan de bron van dat slaapprobleem. Misschien is de partner van die persoon wel ernstig ziek, en is de persoon bang om alleen achter te blijven. Er kan heel wat schuilgaan achter een eenvoudige mededeling.”
“Gezien en gehoord worden is een essentiële menselijke behoefte. We hebben iemand nodig die aandachtig luistert en die het lijden samen wil dragen.”
An Haekens, ouderenpsychiater
Haekens: “Dat wil niet zeggen dat je elke mededeling diepgaand moet gaan analyseren, maar je moet wel aandachtig zijn. Als je verschillende keren een signaal opvangt dat er iets mis zou kunnen zijn, zou ik zeker aanraden om verder te kijken dan de problemen aan de oppervlakte. Je kan al snel de conclusie trekken dat het om een slaapstoornis gaat en bijvoorbeeld slaapmedicatie voorschrijven. Maar door echt aandacht te schenken aan de oudere en het gesprek aan te gaan, krijg je zicht op onderliggende oorzaken.”
Kunnen ouderen voldoende rekenen op die aandacht en nabijheid?
Haekens: “Ik zie een positieve evolutie. Er is meer en meer belangstelling voor het psychisch welzijn van ouderen. Ook bij psychologen, psychiaters en andere zorgverleners groeit het bewustzijn. Meer dan vroeger zijn er hulpverleners die zich willen verdiepen in de psyche van ouderen. Ze vinden wat ouderen te vertellen hebben oprecht boeiend en willen aan de slag gaan met hun levensverhalen.”
“Er is natuurlijk nog een weg te gaan. En we moeten er ook voor opletten dat we niet doorslaan naar de andere kant. Want waar depressie bij ouderen vroeger zogezegd niet bestond, wordt het label depressie nu soms al te snel opgekleefd en grijpt men voor de behandeling naar medicatie. Maar het idee dat het met een pilletje wel zal overgaan, is natuurlijk verkeerd. Medicatie alleen helpt niet, er moet ook gesproken worden. De kracht van een gesprek en van nabij zijn, daar mag nog meer aandacht voor zijn.”
“Het idee dat het met een pilletje wel zal overgaan, is natuurlijk verkeerd.”
An Haekens, ouderenpsychiater
Is er op het vlak van het psychisch welzijn van ouderen nog een weg af te leggen in de ouderenzorg?
Haekens: “Ik denk dat dat idee meer en meer aan het doordringen is, zeker in de woonzorgcentra. Vroeger werd er krampachtig vastgehouden aan het medisch model. Als de bewoners lichamelijk goed verzorgd werden en eten kregen, dan zat de taak van het zorgpersoneel erop. De laatste jaren groeit het besef dat er ook aandacht moet zijn voor het psychisch welzijn, maar nog steeds krijgen veel ouderen de boodschap dat ze zich vooral geen zorgen moeten maken en dat alles wel voor hen geregeld zal worden.”
“Dat is goedbedoeld, maar op die manier ontneem je een oudere alle verantwoordelijkheid en daarmee ook een belangrijke bron van zingeving. Want hij of zij moet zich nergens meer over bekommeren en heeft geen enkele taak meer. Zo zet je de deur open voor twijfels over wat het leven nog betekent. Daarom is het belangrijk om ouderen zoveel mogelijk te betrekken bij het leven in het woonzorgcentrum, te kijken naar wat wel kan, te zoeken naar wat ze te vertellen hebben en ten slotte stil te staan bij wat je van hen kan leren. De transitie is ingezet, ik hoop dat we verdergaan op die weg.”
De vraag is hoe bereiken we de alleenwonende ouderen. De aandacht gaat vooral naar bewoners WZC.
De seniorenraad in de gemeenten houden zich vooral bezig met amusement.
Ik (74j.) zorg als “mantelzorger” voor mijn partner (84,), die de z.v.Parkinson heeft. We bezoeken regelmatig de huisarts, er komt ’s morgens een verpleegster (om steunkousen aan te trekken), er is 3x/week kine, af en toe controle bij neuroloog….(Ik bedoel: er is dus wel die “fysieke” zorgverlening). Maar wat ik mis is een gesprek over het emotionele en spirituele, een werkelijke betrokkenheid bij hoe wij deze situatie beleven.
Ik deel de mening van “Ella” in vorige reactie dat de seniorenraad in de gemeenten zich vooral bezig houden met amusement. Dat hebben we niet nodig.